Deze maand staat het vrouwenmagazine Eva in het teken van perfectionisme. ‘Gelukkig niet perfect’ staat er op de cover. Termen als: ‘omarm je ‘imperfectionisme’ en ‘je bent goed zoals je bent’ laten een spoor van frustratie achter in mijn denken.

Door de jaren heen, heb ik mijzelf aardig leren kennen. Op een aantal blinde vlekken na, weet ik zo te noemen waar mijn tekorten liggen en waar ik goed ik ben. Helaas, als ik mijn lijstje opmaak, is de kolom met mijn tekortkomingen veel langer dan het deel met mijn talenten. Maar het wordt nog ingewikkelder.

Mijn talenten – ik ben er echt heel dankbaar voor- liggen op het creatieve vlak: ik ben goed in tekenen, schilderen, musiceren, toneel, spreken in het openbaar, schrijven (met enige terughoudendheid aangezien ik dat nog moet bewijzen), en mijn grootste vaardigheid: improviseren… Dat laatste…, dat is bijna mijn handelsmerk. Ik heb ontdekt dat dit ook echt voortkomt uit een creatieve geest; oplossingen bedenken op korte termijn…

En tegelijkertijd is het mijn grootste valkuil! Improviseren staat dus in beide kolommen.

Dat moet ik wel even uitleggen; één van mijn ernstigste manco’s, heel onhandig in het onderwijs, is organiseren of eigenlijk het ontbreken van talent daarin. Ik vind het lastig om goed te plannen. Ik heb ideeën zat maar om ze daadkrachtig uit te voeren heb je aansturing, discipline en allemaal van dat soort bewonderenswaardige vaardigheden nodig. Heel vaak moet ik noodgedwongen mijn improvisatietalent in de strijd gooien om toch het beoogde resultaat te bereiken. (Mijn collega’s knikken nu instemmend met blijde herkenning.)

Het ligt in de mens ( misschien wel met name in de vrouw) om te streven naar de dingen die je niet hebt. Want wat je wel hebt, dat is er nu eenmaal. Ik zou bijvoorbeeld zo graag die vlijtige huisvrouw zijn de er plezier in schept om ’s ochtends, laten we zeggen om negen uur, te starten en als een witte tornado door het huis te gaan. Om twaalf uur zou ik tevreden rondwandelen in een blinkend schoon huis. De rest van de dag kan ik dan mooi aan die creatieve dingen besteden; bijvoorbeeld dat schilderij maken, of verder aan boek 3 of.. zelf lekker met een boek op de bank.

Maar wat doe ik? Ik sla het eerste gedeelte (dat deel van schoon, ijverig, discipline enzovoorts) over om vervolgens het laatste gedeelte over de hele dag uit te smeren. Om een uur of drie/ half vier kom ik erachter dat ik nog niet “nuttigs” heb gedaan en haal even snel een stofzuiger door de kamer en gooi een fles wc-eend leeg in mijn toilet, dit puur om mijn gemoedsrust te sussen. Zo improviseer ik een proper huis.

Ja.., lach maar. Ik loop met een constant schuldgevoel omdat ik mijn plichten verzaak.

Oké, mijn huis is geen zwijnenstal want gek genoeg heb ik een hekel aan rommel, dat is trouwens best te verklaren want mijn chaotische geest vraagt om ordening. Maar de term ‘rein’ is niet altijd te koppelen aan de basale toestand van mijn sanitair. Als ik dan uiteindelijk echt gewapend met ontsmettende en anti-bacteriële middelen aan de slag ga, ben ik veel te lang bezig. Dan bedenk ik me altijd weer dat ik zo’n hekel aan schoonmaken heb!

Als mijn man deze blog leest, kan ik hem al horen zeggen: ‘O, dus je weet dat je meer moet doen in de huishouding?’ Hij heeft namelijk wel de skills om ons huis schoon te krijgen in een paar uur. (Nog meer schuldgevoel want hij werkt al zo hard!)

Gelukkig niet perfect? Lekker handig om te weten waar je mogelijk- en onmogelijkheden liggen maar je moet er nog steeds wat mee..

Zucht, laat ik mijn emmertje sop maar pakken want de caravan moet ook nog schoon..